Uitvoeringswet verordening bankentoezicht

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 12-06-2015 t/m heden

Wet van 4 mei 2015 tot wijziging van de Wet financieel toezicht en enige andere wetten in verband met Verordening (EU) Nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PbEU 2013, L 287) (Uitvoeringswet verordening bankentoezicht)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet op het financieel toezicht aan te passen in verband met Verordening (EU) Nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PbEU 2013, L 287);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

Een vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van bank, verleend op grond van artikel 2:11 van de Wet op het financieel toezicht, zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel CC, wordt voor de toepassing van de Wet op het financieel toezicht gelijkgesteld met een door de Europese Centrale Bank verleende vergunning.

Artikel III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 4 mei 2015

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

Uitgegeven de negenentwintigste mei 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven